rb 3"l ker gehuld en zwaarbeladen met portefeuille en papie ren of kleine pakjes, soms met stapels maandagoch tendbladen. Deze man was niemand anders dan Puntzaagsel, een der vele pilaren, waarop het groote kasteel zich staande houdt. De Prins schudde hem hartelijk de hand en betitelde hem met Professor, waarop Puntzaagsel oogenblik- kelijk het blikje zalm voor een jonkertje in zijn broek zak verstopte en zich op de plaats rust stelde. Er ontspon zich het volgende gesprek: De Prins: Waarde Professor, zooals U ziet ben ik van mijn paard gestapt, en wel hierom, dat het ver langen mij te machtig is, mijn oud kasteel nog eens te bezichtigen. Ik heb het een tijd geleden 's nachts eens geprobeerd, maar toen liepen mij tallooze knapen tegen het lijf, die uit alle hoeken van het gebouw kwa men met boeken en flakkerende kaarsen; bovendien kennelijk in négligé, zoodat ik me maar weer verwij derd heb. Zoudt U mij nu behulpzaam willen zijn?" P: (even op zijn horloge kijkend). ,,0 zeker, zeker, Uwe Hoogheid, dan zal ik jonker X maar even laten wachten op zijn potje sambal. Als ik U voor mag gaan." De Prins hield hem tegen: ,,Nog een oogenblikje Professor; om opzien te vermijden, zal ik me voor iedereen, behalve voor U, onzichtbaar maken, dat lijkt me voor U ook gemakkelijker. Den lezer worde even op het hart gedrukt, zich hier over niet te veel te verbazen, daar dit een zeer wel mogelijk geval is; hij raadplege slechts: 204

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1924 | | pagina 236