m.
j-e
234
Asymptoot.
Du musst nicht so traurig sein.Siehst du, alles
geht vorüber.
Afgevloeide Jonker.
Hij wipte, makaber, over het graf van zijn verloren
levensdroom.
Klein: Jonker, mijn zoon doet mee aan een singel
wedstrijd".
Jonker S.: „Wat, tennist je zoon ook al?"
Klein: „Neen jonker, hij moet hard loopen om de
singels."
Lou, op 't examen.
Kapitein: „Kom, wat weet je nu nog meer met
piket."
Lou, repeteerend: „Het Piket, Luitenant van Pi
ket. piket paaltjes."
Na 't eindexamen.
Ze liepen wat stijf, maar zoo recht als kameraden,
die den gansöhen dag nog niets anders dan rijstepap
over de tong hebben gehad.
Zeker iemand, wordt door een Officier een cigarette
aangeboden. „Nai kaptain, wij houwe ons maar bij de
(Strindberg).
(C. Schorten).
(C. Scharten).
paip.
(Historisch).
li