Tableau.
Maleische les; de leeraar legt net uit wat boelan
maan) beteekent.
Van Pommeren (om een praatje verlegen):
„Majoor, hebt U vroeger in Indië niet een zekere
Mevrouw Boelan gekend?"
Leeraar: „Mevrouw Boelan? Oh! ja zeker k
moet je nog altijd de groeten van haar doen!"
De zon daalt in 't wè-è-sten ter neder.
Casje (in één adem tot binnentredenden leeraar:
„Allen aanwezig, luitenant, .eh, ik snap het plaats-
bepalen door middel van de zon nog niet goed!"
Leeraar: „Zoo, zoo, nu, bijv. de zon staat op 21
Maart.bevinden we ons nu op een plaats op 6° Z.B.,
enz..
Leeraar (na 't einde van de les)„Waar komt nu
de zon op.op 23 December?"
Casje: „In 't Noorden, luit."
(arm lesuurtje!
Letterkunde!
Pitié: „Zeg, kunnen er nog bijdragen in den Almanak
gestuurd worden?"
Lid der Redactie: „Hoe zoo?"
Pitië: „Wel, zie je, 'k heb een gedicht gemaakt op
Tinus, louter in Alexandrijns.
Ja natuurlijk!
(Katjang in het vuur van het gesprek): Ja, de 1ste
expeditie naar Lombok is een strop voor ons geweest.
Die lui schoten ook met kruitlooze geweren.
241