VOORWOORD.
Nu de Almanak 1925 het licht ziet, is het aan ons, een
enkel woord te spreken over het verloop van de samenstelling
ervan en onze ondervinding, daarbij opgedaan.
Toen op den publiekmaker in de Cantine werd bekend ge
maakt, dat alle inzendingen vóór den eersten November binnen
moesten zijn, klonk eenstemmig van alle kanten: „Veelte
vroeg 1" en men dacht geen tijd meer te hebben, nog vóór dien
datum iets te kunnen produceeren.
Maar de Redactie stuurde het er weer op aan, den Almanak
vóór Kerstmis te doen uitkomen, en moest daarom een datum
stellen.
Houdt daarmede dus rekening in het vervolg, verzamel zoo
in den loop van het jaar alles wat in een Almanak thuis be
hoort; werkt mede, zorg voor meer keus in het litteraire gedeelte
„Mengelwerk". De inhoud van onzen Almanak is, helaas, nog
steeds het wrerk van enkelen, uitgezonderd dan dat van de
vereenigingenwier eigenbelang het wel vordert, van zich te
doen spreken.
Besef, dat de Almanak van het heele Corps moet uitgaan!
Intusschen is van hetgeen kort na 1 November binnenkwam,
een dankbaar gebruik gemaakt; alles werd zoo snel mogelijk
nog. gecorrigeerd, gerangschikt en verwerkt voor drukkerij en
lithografie, waarbij wij een onmisbaren steun vonden in de hulp
van de beide nieuwe adviseurs en den nieuw-benoemden Direc
teur der Lithografie, den Gep. Kapitein der Artillerie de Riddee,
wien wij dus veel dank verschuldigd zijn.
4