schlagers ten beste gafnogmaals neen; wij weten het niet. Alles was even schitterend en het bal extra subliem, wat voor een deel te danken was aan „The Hague Jazz-Boys". De gezel lige thé dansant en het zeer gezellige diner waren een waardig slot voor dit grootsch festijn. Tot ons leedwezen werd onze voorzitter, de cadet N.-I. L., J. C. H. Swaving ongeschikt verklaard voor den militairen dienst. Wij danken hem hierbij voor den ijver, dien hij heeft getoond, ten bate van ons corps. Na het Paaschverlof sloot een ieglijk zich op met een wereld van boeken en wetenschap rondom zich. Den 7den Mei hadden wij het verlies te betreuren van E. C. de Bie, cadet N. I. L. Van 30 Mei tot 7 Juni had het schriftelijk gedeelte van het eindexamen plaats. Het mondeling examen werd afgenomen van 4 tot 10 Juli. Den avond van den laatsten dag had ons afscheidsfuifje plaats. Hoewel de avond een gezellig verloop had, heerschte er toch een zekere gedrukte stemming en meermalen kwam het voor, dat, als men door den donkeren tuin van de C. S. liep, men onderdrukte snikjes hoorde, onderbroken door troostende woordjes. Den volgenden dag vereenigden de officieren en cadetten zich aan een feestmaaltijd onder presidium van den waarnemenden directeur, den Kapitein Clerk. Er werd hevig gespeechd en getoasted. De president van het corps uitte in eenige waar- deerende wmorden zijn dank aan den Directeur, officieren, leeraren en personeel van de C. S. voor al hetgeen zij voor het cadetten- corps gedaan hadden en wees op de goede verstandhouding, die altijd tusschen de officieren en cadetten bestaan had. Na het diner had een laatste corpsvergadering plaats met bijwoning van de officieren. Gezamenlijk werd het cadettenlied gezongen en staande werd het corps van Alkmaar ontbonden. Het was een ontroerend oogenblik; wij allen voelden, dat bij den laatsten klop van den voorzittershamer, een corps ophield te bestaan, waarin voor later jaren hechte banden van vriendschap gelegd waren geworden. Den volgenden dag ging 't Groot Verlof in en we gingen uit elkaar, nadat wij voor het laatst het cadettenlied gezongen hadden vóór de Cadettenschool. 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1925 | | pagina 114