hadden, sloeg al die rommel in ons gezicht, zoodat we haast niets zagen. Het werd zóó koud, dat we elkaar elke tien minuten aan het stuur moesten aflossen, om dan naast den motor te kruipen, en ons aan de gloeiend-heete uitlaatpijp te warmen Wat waren we blij, toen we de torens van Dordrecht eindelijk zagen, en we een kwartiertje later aan de kade konden meren! Zoo snel, als onze verstijfde ledematen het toelieten, vlogen we een klein vies kroegje binnen en gingen daar zoo dicht mogelijk bij de brandende kachel zitten. Het moet geen gezicht zijn geweest, die twee jonkers daar te zien zitten, blauw van de kou, in een zéér onbehoorlijk tenue, met witte truien, motorkappen, enz. in een tiende rangs kroegje. Enfin, na een half uurtje waren we weer een beetje op tempe ratuur en om 12.80 stapten we weer in de „Pels", en route voor de tweede en zwaarste helft van den tocht. Voor afwisseling regende het weer eens, en zoo bereikten we om één uur het Hollandsch diep. Mist, wind, regen en hooge golvenZouden we ons er op wagen in de oude „Pels" Ala dan maarWe gingen, 't Water spatte ons om de ooren, en de boot danste vervaarlijkLand zagen we haast niet, alleen de spoorbrug stak af tegen de donkere lucht. Dus maar een bepaalde boog in het oog gehouden en daarop af. Alles ging goed, tot een honderd meter onder de brug doorEen schok, en de boot was op een zandbank geloopen. Een schrikeen vluchtig onderzoek leerde ons, dat we waarschijnlijk geen lek hadden. Ik liet de motor volle kracht achteruit slaan. We kwamen weer vlot. Ha een eind teruggevaren te zijn, voeren we heel langzaam, bevreesd voor een nieuwe stranding, op de vaargeul af, geleid door de lichtboeien, want door de mist was de wal haast niet te zien. We hadden geen kaarten bij ons, geen kompas, niets van dat allesTerwijl ik stuurde, stond de Boer op den uitkijk en gaf den koers aan, door de plaatsen op te zoeken, waar de boeien lagen, witte, groene en roode lichtjes. Ik was toen dubbel blij, dat ik hem had meegenomen, want twee man waren voor dien tocht over het Hollandsch Diep, werkelijk niet te veel Na twee uren lang voorzichtig te zijn voortgeploeterd, terwijl 188

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1925 | | pagina 152