Fanateling 10 K.M. veldloop Pietje, maar dan alleen op de kaart 1:25000. Tot van JEmbden. „Zeg, die prof., is dat familie van je? v. E.: „Ja." But, hoort wat: „Wat, is dat familie van je? v. E.„Ja, zeker!" But: „Oh, ik dacht dat je 't zelf was. Tegenwoordigheid van geest. J. J. bonst op de trap tegen den kapitein aan: „Hé, boer!" opkijkend „O, pardon, ik bedoel de Boer, W." Tante had zich een kies uitgetrokken, vertelde hij, en hij wees hoe groot, een reuzenknaap. „Dat was dan zeker je verstandkiestante!" aldus een stem uit de omstanders. Van detachement. Aan adsp. vaandrig van cle S. V. O. wordt gevraagd, wat hij doen moet, bij terugkomst van ziekteverlof. Zijn antwoord is: „Ik zend een telegram: „Ben op komst." Stem op den achtergrond: „Zorg voor bloemen." But: „Daams, ga eens even kijken, ik ben mijn kepi kwijt, ligt-ie misschien in je beenstukken. Op de can tine. Broer: „Wie is daar die adelborst?" Allen kijken, kijken, weten 't niet 't Blijkt een 2e luitenant Administratie N.-I. L. te zijn, kepi af, mantel om, van achteren alleen een karmozijn rooden kraag zichtbaar. 152

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1925 | | pagina 166