Nieuw op de K. M. A.
„Mijnheer, bent u in de week?"
Op buiten-model jonker.
Was erforscht der Mensch nicht, um sein liebes Ich zu flicken
und zu putzen!
Gadetienkamp.
„L'endroit est frais, il y a du sable fin et l'on est a deux
„pas du chateautoutes les générations d'enfants qui se
„sont succédés dans la familie sont venues jouer dans ce joli
„en droit."
Gustave Droz.
Van een nijdigen schoen en een snurkenden jonker.
„He turned wearily on his side, and made no answer."
Ships that pass in the night.
Nad,erend kerstverlof.
„Weet je wel, dat we al mooi naar karsemis opschieten?"
Camera Obscura.
Opmarsch der feuters.
„Toen kwamen zij in een stille buurt, waar een groot huis
„stond met grauwe, sierlooze ramen. Het zag er streng en
„onvriendelijk uit."
De kleine Johannes.
Examenwee.
„Vlinders moeten weten te sterven, terwijl de zomerzon schijnt."
Selma Lagerlöf.
Verplichte eigen-oefening.
„Die Tage der Jugend, sie glanzen und blühn
„Oh, lasz uns der Jugend genieszen.
Goethe.
153
