Repetitie blaasje. „De hoornist blies zijn wangen op, zijn oogen uit en zijn „hoorn vol, tot algemeene verrukking der aanwezigen, die van „een hoorn hielden Camera Obscura. Tot P. P.voor 't avondeten. „Ga je mee een sandwiche eten?" „Ja, juist, een eent-witzje, 't kost je geen cent en dat is juist 't witzje ervan." Militaire Aardrijkskunde. Kapt.„Ja, en in hun vrijen tijd verbouwen ze boonen, bruine boonen, snij boonen. Dikke: „Eli, rhumboonen ook, kapitein?" Boeroeng op inspectie: „Mijn jas is erg kaal, luit." Luit.: „Wat noem je kaal?" Boeroeng: „Als er geen haar meer op is, natuurlijk luit'." Tante op t morgenappelmet beenkappen. „Ik heb alleen mijn sporen nog vergeten, je weet wel, met- die twee rolletjes, één om vooruit en één om achteruit te rijden." But tot sergt. van de week: „Geef mijn schoenen maar in de maak." „En ze zijn heelemaal niet stuk en pas uit de maak terug. „Ja, maar er moeten nieuwe veters in." Kapitein in de les: „Overgroot is nooit goed, behalve over grootmoeder". Jonker: Ik geloof nooit, dat dit zijn handteekening is. Ad'er: Ja, natuurlijk, anders zou er toch „was getuige" bij staan." 154

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1925 | | pagina 168