JAARVERSLAG
1923-1924.
't Begin van dit jaar was niet zoo rooskleurig. Een belangrijk
aantal oudste jaars had ons verlaten na het officiers-examen,
zoodat slechts een zwakke kern overbleef. Gelukkig kregen wij
veel vergoed door het toetreden van enkele geoefende Hoofd-
cursianen. Ook de fanatelingen uit het jongste jaar (wat lang
niet allen bleken te zijn!) pakten flink aan, zoodat we spoedig
weer tot uitrukken in staat waren, zij het dan ook in 't begin
met versterking van 't Zesde.
Nadat wij voor 't eerst weer waren uitgerukt opperde de
Gouverneur het denkbeeld zoo mogelijk iedere maand een keer
met muziek uit te rukken, wat ons fanatisme niet weinig aan
wakkerde. Uitbreiding van ons repertoire was nu noodzakelijk
en we hebben het dan ook kunnen verdubbelen.
Dit zou echter niet bereikt zijn, als wij niet in de gelegenheid
gesteld waren om tweemaal in de week op een ander uur te
middagmalen en 's Zaterdags ook te oefenen tijdens de corps-
excercitie, èn als wij niet zoo'n uitstekenden leider gehad hadden
in Kapitein Sohuhmacher, die er menig vrij uurtje voor heeft
opgeofferd en wien wij hier zeer dankbaar voor zijn.
Bijzonderen dank zijn wij ook verschuldigd aan den Kolonel
van Everdingen, die zich in den waren zin des woords onzen
„beschermheer" heeft getoond. Op alle mogelijke wijzen heeft
hij onze wenschen voorkomen en alles heeft hij gedaan om het
fanatisme aan te wakkerenook door toekenning van voorrechten
en het verleenen van finantieelen steun.
69
