direct voor te vinden en metéén werd de training begonnen en was het dagelijks uitrukken in de acht. Totdat het wreede noodlot zich kwam aanmelden en een van de roeiers uitviel, dus waren we genoodzaakt het acht-plan op te geven. Jammer was het, maar het is nu eenmaal een traditioneel iets, dat er in den loop van het jaar altijd een paar uitvallers zijn. Maar de wedstrijden stonden reeds voor de deur. Wat moesten we doen? 2 vieren? Een vier, een twee, of beide? Het eerste plan werd doorgezet. Met 2 vieren zouden we uitkomen, die van de oudste-jaars (met een 2e jaars invaller) en die van de 2e jaars, welke laatste er al aardig voorstond. Weer werd hard doorgetraind en toen we, 21 Mei, de reis aanvaardden op ons drijvend hotel, de T. D. X, voelden we ons goed getraind en klaar voor den wedstrijd. We hebben over Holland's binnen wateren een prachtigen tocht genoten; het was heel interessant ons land eens op een andere wijze te bekijkendan vanuit een trein, 's Avonds om 7 uur gingen we uit Breda en den volgenden morgen om 12 uur lagen we voor de Amstelbrug. 's Middags hebben de ploegen even getrokken om aan het water te wennen. Toch weer heel wat anders, die Amstel. Je voelt je zoo nietig. Den volgenden dag kwam het eerst de Jonge Vier A aan den start. De samenstelling wasGelderman (bg), Supheert, Liebregs, Segers (slag), Fiedeldy (stuurman). In dezen wedstrijd waren we absoluut de meerdere. Door het breken van een looper moesten we echter den strijd opgeven, en daarmede was de wedstrijd verloren. De teleurstelling was groot, maar we hadden nog een Jonge Vier B, die den daarop volgenden dag een beter figuur sloeg, door in den voorwedstrijd zijn tegenstanders met ettelijke bootlengten te slaan. Deze ploeg was als volgt samen gesteld: Plas (bg), de Bruyne, Gelderman, Nommensen (slag), de Reede (stuurman). In den eindwedstrijd tegen Laga en Adelborsten moest onze lichte ploeg de meerderheid der rivalen erkennen en kwam N°. 8 aanop 3/4 lengte op N°. 1 (Laga). Over 't algemeen hebben wij dus nog niet zoo'n slechten indruk achtergelaten. Laten we hopen, dat we onder betere omstandigheden kunnen uitkomen. Een stevige ploegmeer trainen en de wil om te overwinnenen we zetten de kroon 75

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1925 | | pagina 85