ónzen beschermheer, Luitenant ëoest van Limburg. De eerste
welke nog steeds medevoelt met onze vereeniging, die onze be
langen ook naar buiten behartigt en steeds zijn belangstelling
bij de wedstrijden toont, terwijl Mr. Pels Rijcken in den trainings-
tijd maakt, dat hij er bij is, om de lui aan te moedigen, de
fouten uit de ploegen te halen en desnoods zelf nog den riem
ter hand neemt om eens te laten zienhoe het eigenlijk moet.
En last not least, de Luitenant Roest van Limburg! Wij be
stuursleden weten pas, wat hij voor ons doet en hoe hij vecht
voor de C. R. V. Laten wij hem in eere houden.
Allen wensch ik voor het volgende jaar een prettig roeijaar
toe, den raceroeiers bovendien dat, wat zij hopen te bereiken.
J. S.
77