JAARVERSLAG.
1923—1924.
Langzaam maar zeker groeit het ledental, voorwaar een ver
blijdend teeken. Geheel tevreden in dit opzicht zijn we echter
nog niet, nog grooter kon het fanatisme zijn, vooral onder de
Hoofdcursianen.
Wat het schieten betreft, kenmerkte het begin van het jaar
zich door een geweldig fanatisme onder de leden. Helaas, zoo
goed begonnen, eindigden wij allertreurigst. Toen de koude
dagen kwamen, moest de revolverbaan onder doen voor de
bridgetafel. Werkelijk, dit jaar moet het anders worden; blijft
fanaat tot het einde, jelui zijn toch niet bang voor een paar
koude vingers.
De jaarlijksche wedstrijd, 7 Mei, werd gelukkig begunstigd
door goed weer. Het 3e en 2e jaar waren niet zoo ingeschoten,
toch hebben allen zich kranig geweerd en waren de resultaten
bevredigend. Tot den goeden gang van zaken op het schiet-
terrein werd niet weinig bijgedragen door de heeren Luitenants
Geleijnse, Greidanus en Roelen, wien wij nogmaals onzen
dank betuigen.
Een onderscheiding was het voor de vereeniging, dat onze
Gouverneur, hoewel overstelpt met werkzaamheden, zich een
oogenblik vrijmaakte om de prestaties op de schietbanen te
aanschouwen.
Na den wedstrijd, waarvan enkele momenten door de vele
amateurfotografen werden vastgelegd, kwam de lunch in „de
Boschwachter", wraaraan de prijsuitreiking voorafging.
82