meer hoop door te verklaren, dat de Vereemgde Staten aan een zoodanige conferentie wenschten mede te werken, waardoor dus aan het Engelsche bezwaar zou zijn tege moet gekomen, doch deze verklaring vond echter weinig instemming bij de Engelsche, Italiaansche en Japansche dCüf Poolsche afgevaardigde Sosnkowski en de Roemeen- sche gezant Commène wezen er op, dat de publiciteitsbe- paling voor hunne landen zeer nadeelig zou zijn, zoolang Rusland niet tot de conventie zou zijn toegetreden. Dit punt waar sommige delegaties mee instemden, werd tot een lateren datum aangehouden. Toen dit onderwerp wederom besproken werd, keurde de conferentie het goed, dat Roe menië en Polen, benevens Finland, Letland en Estland, m het algemeen Staten, die deel hadden uitgemaakt van Rus land, of gebiedsdeelen bezaten, die vroeger aan Rusland hadden toebehoord, zoolang uitgesloten zouden wo^den van publicatie van hun wapeninvoer, totdat Rusland de conventie geratificeerd had. Ook China en Perzië dienden een voorstel in om aan spraak te maken op deze bevoorrechting, doch daar voor deze nog maar half beschaafde volken een dergelijke uit zonderingspositie zoowel voor henzelf als voor anderen gevaarlijk zou kunnen worden, zagen ze onder dwang van Amerika, onder voorbehoud, van hun voorstel af. Anders liep het met de kwestie van de zones, waarin el v/apenvervoer verboden zou zijn. Behalve groote gebieden in Afrika en Azië, wilde men daar ook de Perzische Golf en de Zee van Oman toe rekenen, in welke zeeën alle schepen beneden 500 ton, die niet betrokken waren bij de kustvaart, door oorlogsschepen van de bij dat gebied be langhebbende, contracteerende mogendheden onderzocht zouden mogen worden. Daar Perzië zich in zijn souvereini- teit voelde aangetast en geen verandering betreffende deze kwestie kon verkrijgen, trok haar delegatie zich van de conferentie terug. Ook de kwestie van het centraal bureau veroorzaakte nog moeilijkheden, totdat eindelijk op voorstel van Ame rika besloten werd, geen centraal bureau in te stellen, doch de publicatie te doen geschieden door de betrokken 100

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1926 | | pagina 108