OFFICIERTJE.
Reeds cp de H.B.S. was het voor hem een genoegen te
zien naar de troepen in huil uniformen met schitterende
versierselen, te luisteren naar de commando's, welke helder
en luid over het exercitieveld weerklonken.
Een niet uitgesproken gevoel in hem werd bevredigd, als
hij de talrijke beenen op de maat der muziek zag bewegen,
als behoorden zij toe aan één persoon. Geestdriftig sprak
hij er met zijn makkers over, vertelde hun, dat hij zich als
levensdoel had gesteld, ook den officiersrang te bereiken.
Spoedig verkreeg hij den bijnaam ,,Officiertje", maar hij
was hierover eerder verheugd dan geplaagd/Mocht je als
officier niet trotsch zijn, dat men daden verwachtte, waar
door je de trouw aan Vaderland en Vorst bewees?
In Atjeh waren zoovele woelingen en onlusten, dat dit
het land was, waar hij zich wilde onderscheiden. Het krijgs
gewoel trok hem aan. Nog enkele maanden, na het eind
examen, dan hoopte hij geplaatst te worden op de Konink
lijke Militaire Academie. Daar zou hij de eerste stappen
zetten op den weg, vol afwisseling en leidende naar het
verschiet dat zich voor hem geopend had.
Zijn vader juichte dit plan niet zoo toe, als hij verwachtte.
Veel bedenkingen en bezwaren vormden een hinderpaal.
Waarom wilde hij niet een andere betrekking bekleeden dan
officier? Voelde hij zich dan zoo aangetrokken tot de ont
beringen, welke hem in het verre Indië konden wachten?
Evengoed had men kunnen trachten een adelaar in een ver
gulde kooi te plaatsen! Hij verdedigde, vroeg, smeekte,
totdat eindelijk de beslissing ten gunste van hem viel.
Gedurende zijn verblijf op de Academie had hij zich doen
198