Land- en Volkenkunde.
Kapitein: In Hcnoloeloe waren de bunkers tjok en tjokvol
maar, toen we in Yokohama aankwamen, hadden we nog
maar twee mud steenkolen aan boord. Had de reis een
dag langer geduurd, dan waren we blijven drijven.
Roeien. 1
De dubbelskull wordt uitgebracht.
Listeling: Hé lui, jullie vergeet je roer.
Infanteristen.
Luit: Wat is een G. K. T?
Kees: Dat is een zakje gevuld met projectieltjes.
En ik was eens in Djambi en we hingen een draad tus-
schen twee pisangboomen en toen hoorden we Malabar.
(Belangrijk!)
Theorie.
Hij zegt het weer zoo mooi in de puntjes.
Streept het aan vrienden! Het is zeer belangrijk?
Op feuten:
„Zij schijnen bang om te lachen en bij het glimlachen
zelfs nemen zij de noodige voorzorgen in acht."
(Marie Corelli).
Op een tak floot er eens een roodborstje.
Oom (tot taaie die de geelzucht had)„Taaie, hij denkt
zeker dat je 'n kanarie bent."
Kalong: Je moet thee schenken door de pijp van de
theekan,
119