VOORWOORD.
De Almanak voor 1926 doet hierbij zijn intrede in het
wereldje, waarin reeds velen van zijn oudere broeders
vriendelijk en welwillend werden ontvangen. Hij komt be
scheiden zijn plaats innemen in de rij zijner voorgangers en
vraagt de aandacht van zijn lezers en lezeressen, om hun te
vertellen van het wel en wee uit het Corps Cadetten en
Hoofdcursianen gedurende den cursus 1924'25.
Vol moed toog de redactie tijdig aan het werk om de
Almanak, wel voorzien van proza en poëzie, nog vóór 1
Januari 1926 het licht te doen zien. Zij heeft echter eenige
benauwde weken doorgebracht, toen de inzendingen nog
maar niet wilden binnenkomen. Plotseling ging het echter
beter en aan allen, die ons hunne geestesgaven toezonden,
betuigen wij onzen hartelijken dank.
Mede richten wij een woord van welgemeenden dank aan
onze adviseurs, die in groote mate er het hunne toe hebben
bijgedragen om de Almanak het licht te doen zien.
DE REDACTIE.
4