Aan den Majoor H. Rooseboom bij zijn vertrek van de K* M* A* Toen U in December van het vorig jaar voor ons stond in de uitspanningszaal, waar wij allen verzameld waren 0111 U geluk te wenschen bij Uw bevordering tot Majoor, voelden wij reeds, dat wij U weldra zouden moeten missen. U zelf doelde daarop in Uw korte toespraak. Wij be grepen Vele jaren is U aan de K. M. A. verbonden geweest. In die jaren hebben onze voorgangers en wij U leeren waardeeren als leeraar, als adviseur van den Senaat, en voor menigeen als raadgever in moeilijke gevallen in het particuliere leven. Het deed ons goed in Uw brief, welke Uw portret, dat U ons afstond, begeleidde en waarvoor wij U hierbij onze harte- lijken dank betuigen, te lezen, dat de zestien jaren (onder broken door ruim een jaar mobilisatiedienst), welke U aan de K, M. A. verbonden waart, zeker wel de beste zullen zijn, die U in het Leger hebt doorgebracht, Wij begrijpen hieruit hoe moeilijk U het afscheid van ons moet gevallen zijn. Wij danken U namens alle cadetten en leerlingen van den Hoofdcursus, voor alles wat U voor ons gedaan hebt en hopen, dat voor U en de Uwen nog vele gelukkige jaren zijn weg gelegd. DE REDACTIE. 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 10