Conservatief gelijk elk legerinstituut vooral in den ouden tijd was, is die band echter te lang te innig gebleven: te lang bleef de hoofdaandacht van den Gen. Staf te een zijdig op de militaire cartographie gevestigd. Eerst de oprichting van de Stafschool in 1868 uitvloeisel van de gebeurtenissen van 1864, 1866 en 1867 heeft die ban den op den langen duur verbroken. Toen in 1828 onder de hooge leiding van Prins Frederik der Nederlanden sedert 1 Juli 1826 Commissaris Gene raal (Minister) van Oorlog jongeren broeder van den lateren Koning Willem II, de K.M.A. opgericht werd, ter opleiding, in 4 jaar, van officieren Ned, L. en van ingenieurs van den Waterstaat (vanaf de heropening in 1836 ook van officieren voor den dienst in de Overzeesche Bezittingen), werd daarbij bepaald, dat de officieren der art. en der genie, alsmede de adsp,-ingenieurs van den Waterstaat na hun benoeming nog eenigen tijd, ten hoogste 2 jaar, aan de K.M.A. zouden blijven, ten einde door deelname aan z.g. „toegepaste studiën" hun opleiding te voltooien.2) Hoewel de ervaringen en de sympathieën van ge noemden Prins meer in Pruisische richting gingen, was de uitdrukking „toegepaste studiën" ongetwijfeld ontleend aan het Fransche leger, in hetwelk vele oudere officieren nog gediend hadden en waarheen de blik nog steeds zeer gericht bleef als nawerking van het Napoleontische tijdperk, In elk geval geeft zij de verklaring voor den naam „applicatieschool", welke, in 1844 en in 1869 offi- 9 Zoo luidt het in het Reglement voor de K, M, A. van 1828, In Aanschrn. dier dagen wordt ook wel van „toegepaste studiën en oefeningen" gesproken, 2) De cadetten voor den Waterstaat hebben in 1845 voorgoed de K. M. A. verlaten, 117

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 127