ingevallen is.1) Diezelfde gebeurtenis maakte, dat een bij Aanschr. D, v. O. 30 Aug, 1830 goedgekeurd voorstel van den toenmaligen C, G. S., Luitenant-Generaal J. V. Baron de Constant Rebecque2), buiten toepassing bleef, n.l. om de cadetten, die bij hun benoeming tot officier geacht wer den geschiktheid te bezitten voor den dienst bij den Gen. St., evenals die der Art. en Genie als vasten regel het toe gepaste onderwijs te doen volgen.3)De lessen aan de Academie werden n.l. 8 Oct. 1830 geschorst, eerst 1 Nov. 1836 hervat en van vorenvermelde Aanschr. kwam niets. Bij de herziening van het Reglement op de K.M.A. in 1841 kwam het voortgezette onderwijs (toegepaste stu diën) te vervallen. Die studiën schonken niet de gewensch- te en verwachte uitkomsten; al genoten hare deelnemers in verschillende opzichten niet alle vrijheden der latere z.g. applicaten, zoo ging de instelling van 1828 toch ver moedelijk te gronde aan dezelfde euvelen, welke in 1897 vrijwel voorgoed een einde maakten aan de nog steeds zoo genoemde „Applicatieschool" (Ie Afd. K. S.) Door den maatregel van 1841 verviel tevens de gelegenheid voor andere officieren om hun wetenschappelijk peil te ver- 3) Als Kolonel Gen, St. 1849 tot 1852 intendant der opvoeding van 's Konings Zonen. 1852 Generaal-Majoor. 15 Juli 1852 tot 23 Dec. 1857 M, v. O, Na hem heeft alleen kpt. der inf. P. D. Buyze, sedert 16 Sept. 1899 hoofd van onderwijs voor de tactische vakken, vanaf 1901 tezelfdertijd tot den Gen. St. behoord tot 1905. 2) Chef van den Staf van den Prins van Oranje in 1815 en in 1831. 3) Men had destijds wel eenige gegevens om die geschiktheid bij het officier worden te beoordeelen, want art. 152 van het Reglement be paalde nopens den omvang van het onderwijs o.m.: ,,De kadetten zuüen nauwkeurig bekend gemaakt worden met de onderscheidene diensten en verrigtingen der officieren van den Gen. Staf, zoowel in vredes- als in oorlogstijd; met al hetgene de militaire topographie en statistiek betreft" enz. 120

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 130