geen toelatingsexamen (keuze D. v. O op voordracht van de KorpsCn.) en was het aantal vakken zeer beperkt. Bij zonder trekt de leeftijdsgrens de aandacht. Men wenschte geen te oude leerlingen en wilde hun, die op jeugdigen leeftijd officier geworden waren, meer gelegenheid bie den dan den ouderen1). Het karakter der nieuwe instel ling blijkt ook duidelijk uit Kesman's klapper, welke het hoofd ,,Applicatieschool" aldus aanvangt: Officieren, die door een bijzonderen aanleg vatbaar worden geacht voor een hoogere militaire vorming2), kunnen voor eenigen tijd, hoogstens twee jaren, bij de akademie voor de zee- en land- magt worden gedetacheerd", enz. De M. v. O. achtte het wenschelijk den cursus nog in 1844, ,,al ware het slechts bij wijze van proefneming", tot stand te brengen. Bij Aanschr. 21 Sept. 1844 werden 10 officieren aangewezen tot het volgen van den cursus 1844/5, welke 5 Oct. 1844 te Breda aanvangen zou (geëindigd 1 Juni 1845). Zij waren minstens 7 jaar officier. Verdeeling over de wapens als reeds aangegeven.3) Omtrent hun op leiding trad de Minister niet in bijzonderheden. ,,Teregt toch wordt door gemelden Gouverneur in zijn daartoe betrekkelijk voorstel opgemerkt, dat de ondervinding al leen hier den meest geschikten weg kan en zal aanwijzen. Gemelde Gouverneur zal dus in dat opzigt naar zijn beste weten en door de ondervinding geleid, te werk kunnen Een leeftijdsgrens, doch van 37 jaar, is in 1923 voor onze H.K.S. ingesteld. Voorheen bedroeg zij in België 32, in Frankrijk 37 jaar. 2) Wij cursiveeren. Luitenants der genie kwamen slechts hoogst zelden voor; later nog H. J. Enderlein, van 29 April 1875 tot 1 Januari 1876 M. v. O. 125

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 135