(schieten en werpen; gebruik der art. bij aanval en ver dediging van vestingen; pontonnierwetenschap); verster kingskunst; hoogduitsch. Cursus 1845/6 werd door dezelfde 10 officieren bijgewoond; onder de vakken kwamen nu ook natuurkunde en stijl voor. Ook de hoogere vorming voor officieren en onderoffi cieren in paardrijden, n.l. de Rijschool, was destijds aan de K.M.A. verbonden (cursus 8 a 10 maanden). Zij diende tot opleiding van bekwame onderwijzers in de rij- en af- richtingskunst en het invoeren van een gelijkvormig on derwijs in de rijkunst bij de troepen te paard. Cursus 1846/7 der Appl.S. telde 8 officieren, van wie er in 1847/8 zeven terugkeerden, terwijl vanaf Mrt. 1848 vijf nieuwe daarbij gevoegd werden. Onder de vakken wa ren nu ook paardenkennis, „praktisch rijden", Engelsch, rechtlijnig en situatieteekenen, alsmede natuurkunde op genomen. Alleen de nieuwe leerlingen volgden ook de nieuwe vakken. Als gevolg van de Febr.-revolutie van 1848 in Frank rijk, welke alom, ook in Nederland, gisting ten gevolge had, achtte de Regeering het gewenscht de regimenten zoo voltallig mogelijk te maken. Daarom bepaalde een Aan- schr. D. v. O. 9 Aug. 1848: „Daar ik het wenschelijk acht, dat de officieren der verschillende Wapens, voor zooveel zulks slechts eenigszins mogelijk is, bij de korpsen, waartoe zij respectievelijk behooren, present zijn en dienst doen, heb ik gemeend zoowel de Applicatie- als de Rijschool bij de K.M.A. tijdelijk te moeten schorsen". 1) Zie Kesman's Klapper door H. Hardenberg. 1854, blz, 124. Van Steyn blz. XXIV. Steenkamp. De Nederlandsche Rijscholen, 1909. Blz. 45 tot 54. 127

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 137