ondervonden hoofdbezwaar was, dat de officieren, die zich
in een of enkele vakken wilden specialiseeren om later
daarin leeraar te worden, zooveel tijd verloren ,,door het
deelnemen aan de lessen, die herhaald dienen te worden om
de overtuiging te erlangen, dat alle de bij de Appl.S. gedeta
cheerde officieren geschikt zijn om als instructeurs bij het
wetenschappelijk onderwijs der onderofficieren bij de korpsen
op te treden." Het voorstel luidde dus den duur van den
cursus te houden op één jaar, alleen het meer beperkte doel
in het oog te vatten: vorming van a.s, leeraren K. M. A. en
deze slechts één of enkele vakken hunner keuze te doen
volgen. Bij schrijven 28 Sept. 1868 deed de M. v. O. den
Gouverneur kennen genegen te zijn, de laatstelijk hier ver
melde richting aan het onderwijs bij de Appl.S. te geven.
Daar de officieren bij de Appl.S. aan hun eigenlijke dienstbe
trekking onttrokken waren, werd de duur van den cursus
teruggebracht tot 5 maanden (1 Nov. tot 1 April)ook het
feit, dat men voortaan slechts enkele vakken volgde en daarin
dus intensiever studeeren kon, zal wel tot deze verkorting
bijgedragen hebben. Slechts zeer enkele officieren zouden bij
de Appl.S. gedetacheerd worden.
De leerlingen van den cursus 1867/8 Appl.S. moesten 1 Nov,
1868 weder op hun korpsen gedirigeerd worden. Voortaan
mochten alleen krijgsgeschiedenis, tactiek, strategie, artillerie,
fortificatie en geodesie onderwezen worden, „moetende dat
onderrigt gelijktijdig1) gegeven worden met het onderwijs,
dat ingevolge het bepaalde bij punt 9 mijner Aanschr. 31 Aug.
1868, No. 62 P. bij die inrigting zal gegeven worden aan de
officieren, die bij de Stafschool zullen worden gedetacheerd
Ook deze tirade verklaart, waarom de duur van den cursus
20 Sept. 1869 luidde het voor den volgenden cursus reeds: „zoo
veel mogelijk gelijktijdig".
137