ming thans finaal afgedaan en werd de cursus van 1 Nov. 1868 tot 1 Mei 1869 slechts gehouden met één luitenant der inf. en één der art. Een luitenant der inf., die eertijds .slechts het ligter examen" voor officier afgelegd had, kwam dientengevolge niet voor de Appl.S. in aanmer king. Voor den volgenden Appl. cursus (1 Nov. 1869 tot 1 April 1870) golden volkomen dezelfde beginselen als voor dien van 1868/9. 2) Aan eerstbedoelden namen 5 luitenants der inf. en 1 der art. deel. Tableau en aantal vakken had den weer den eenvoudigen vorm verkregen van weleer; de lessen in artillerie, versterkingskunst en paardrijden vonden plaats met de leerlingen der Stafschool. Daar de leerlingen van twee jaren dier Inrichting die lessen volg den (in totaal 8), werd het maximum aantal leerlingen der Appl.S. nu op 6 bepaald; men had dan in die vakken toch reeds klassen van 14. Na afloop rapporteerde kapitein der art. W. C. Hojel 3) nopens zijn aandeel in het onderwijs, dat geen repetitiën gehouden waren, doch wel voordrach ten door de leerlingen; daarbij waren discussiën uitgelokt, doch deze waren niet levendig geweest. Waarschijnlijk in verband hiermede werd geen der officieren geschikt ge acht voor leeraar, met welk oordeel de Gouverneur zich in zijn rapport van 2 Apr. 1870 aan den M. v. O., ver- 1) Men sprak destijds gewoonlijk, hoewel vrij oneigenlijk, van „het verlicht examen". 2) Aanschr. D. v. O. 20 Sept. 1869. 3) Zeer bekend ballisticus en artillerist. Was van 1858 tot 1864 leeraar, 1869 tot 1872 belast met het toezicht over de art, aan de K.M.A. (functie van hoofd van onderwijs); 1872 tot 1877 directeur der studiën (Eerste Officier); 1880 tot 1884 adjudant van Prins Alexander; sterft 1886 te den Helder als C, 4 R. Vg. A, Zijn portret hangt in de Historische Verzameling der K.M.A. (ondergebracht in de vroegere modelzaal). 139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 149