eenigde. Geen der deelnemers is later leeraar aan de K.M.A. geworden; wel vindt men den eenigen artillerist in 1875 terug als leerling van de ,,Krijgschool voor officieren' (hoogere vorming, geen speciale stafopleiding) met 3-jari- gen cursus, waarin de Stafschool 1 Nov. 1875 omgezet werd. Volgens de meening van den Gouverneur in zijn rap port van 2 April 1870 aan den M. v. O. had de detacheering bij de Appl.S. niet beantwoord aan het daarmede be oogde doel, het vormen van geschikte instructeurs voor de K.M.A., 1°. omdat men bij het kiezen van de deelnemers niet voldoende de eischen in het oog gehouden had, welke eertijds op den voorgrond gesteld waren; 2°. omdat de duur van den cursus te kort was (beïnvloed door den duur van den theoretischen cursus Stafschool a 5 maan den, waarmede gemeenschappelijke lessen)3°. omdat het aantal vakken nog te groot was om van alle een degelijke studie te kunnen maken. Als gevolg van die bedenkingen be paalde een Aanschr. D. v. O. 2 Juli 1870, dat het bijwonen van de Appl.S. wederom op een andere wijze plaats vinden zou. Hoewel de gelegenheid opengesteld bleef om onderwijs te ontvangen in alle op blz. 137 genoemde vakken, zou iedere leerling het onderricht slechts volgen in één of enkele vakken naar zijn keuze. Mocht na korten tijd blijken, dat de officier niet de eigenschappen bezat om tot een dege lijk instructeur bij de K.M.A. gevormd te worden, dan moest hij tusschentijds naar zijn korps teruggezonden worden,De duur van den cursus werd wederom op één jaar gesteld, aanvang thans 1 Sept., dus parallel met het leerjaar der K.M.A.! Niettemin bleef de bepaling bestaan, dat de leerlingen zooveel mogelijk het onderwijs zouden volgen, x) Vervolg op Hardenberg, 1875, blz. 43. 140

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 150