door leeraren van de K.M.A. aan de leerlingen Stafschool
te geven, welke cursus echter eerst 1 Nov. aanving. Hoog
stens 6 officieren mochten den cursus bijwonen.
Ondanks al deze gewijzigde bepalingen waren er, voor
zoover ik kon nagaan, gedurende den cursus 1870/71 geen
leerlingen Appl.S.; op voorstel van den waarn. Gouver
neur der K. M. A.1) bepaalde een Aanschr. D. v. O. 27 Juli
1871, dat er ook in 1871/2 geen officieren bij de Appl.S.
gedetacheerd zouden worden. Waarschijnlijk hield dit
verband met een andermaal gewijzigd karakter, door de
eerste wet op de K.M.A., die van 17 Juli 1869, aan de
Appl.S. geschonken,
Art. 1 dier wet luidde o.m.:
De K. M.A. is bestemd: 2°. als Applicatieschool
tot het voortzetten der studiën voor de 2e luitenants der
art. en genie, alvorens deze bij hun Wapen de dienst aan
vaarden" (derhalve voor allen onmiddellijk aansluitend bij
de cadettenjaren). Het was zuiver het beperkte doel, waar
mede de toegepaste studiën" voor pas van de K.M.A. aange
stelde officieren dier Wapens in '28 ingesteld waren (blz. 117).
Ook thans zouden die luitenants bij de Appl.S. ,,de toege
paste studiën voor het Wapen, waartoe zij behoorden, gedu
rende één jaar blijven voortzetten Bij de aanstelling tot
officier werd een voorloopige ranglijst opgemaakt. Na afloop
van het z.g. Applicatenjaar legden de luitenants weer een
examen af; de rangnummers, op dat examen verkregen, be
paalden de definitieve volgorde in de ranglijst.2) Onder-
Daar er in verband met de reorganisatie der K.M.A. bijna geen
cadetten waren, was Majoor J. M, van der Star, directeur van den
Stafschool, van 26 Jan. 1871 tot 14 Febr. 1872 tijdelijk belast met de
functiën van Gouverneur en Commandant (E.O.) der Inrichting. Gedu
rende diezelfde periode was Gouverneur A, Engelvaart M. v. O.
2) G. van Steyn, blz. XXXVIII.
141
o