linge vergelijking van de volgorde in de promotiën na één en na 2 jaar toont, dat daarin inderdaad verschillen voor kwamen. Wie zakte bleef nog één jaar zijn studiën op de Appl.S, voortzetten. De wet van 1869 trad 1 Jan. 1872, het Reglement (en daarmede het onderwijs) 1 Sept. 1872 in werking.. De di recteur der studiën Eerste Officier) bij de K.M.A. had zijn bijzondere aandacht te wijden aan de studiën en vor deringen der officieren van de Appl.S.1) Aan de praktische oefeningen van 15 Juni tot 15 Juli in een kamp (bij Tete- ringen) namen hare leerlingen deel. De wet van 1869, welke haar tijd ver vooruit was, be oogde aansluiting van het leerplan der K.M.A. bij de door de wet van 1863 in het leven geroepen H.B.S. met 5-jarigen cursus. Men zou alleen cadets aanemen van 17 jaar of ouder, die na een 2-jarige studie op de K.M.A. officier konden worden. In verband hiermede werd het laatste toelatingsexamen op den ouden voet in 1870 afgenomen, in 1871 geen, in 1872 het eerste op den nieuwen voet. Daar het aantal studiejaren 1 Sept. 1867 van 4 op 3 terug gebracht was, werd door het vorenstaande de continuïteit in de studiejaren en aanstellingen verkregen. Ten einde zoo mogelijk een geheel nieuwe sfeer op de K.M.A. te scheppen, werd 1 Sept. 1872 het oudste (laatste) jaar der oude regeling, wat de inf, en cav. betrof, naar 's-Hertogen- bosch bij de korpsen overgebracht, wat de art. en genie be trof naar de vestingart. te Delft. Daar er in de overgangsjaren (Sept. 1871 tot 1873) zeer weinig cadetten waren, en geheele studiejaren ontbraken, woonden 2 nieuw aangewezen leeraren, de luitenants der x) Vervolg op Hardenberg, 1875, blz. 40/1 en 43. 142

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 152