inf. M. H. J. Plantenga 1) en L. de Vlaming, 2) tijdens den
winter 1871/2 een aantal lessen van de Stafschool bij.
Vermoedelijk ten deeïe om dezelfde reden en omdat er nu
2 jaar achtereen geen Appl.S. gehouden was, stelde de M.
v. O. 17 Aug. 1872 den Gouverneur de vraag, of er, gelet
op de bestemming, n.l. het vormen van instructeurs voor
de K.M.A., de nieuwe regeling van het onderwijs aan die
Inrichting en de indeeling van het leeraarspersoneel, ter
men waren, hetzij dadelijk, hetzij een volgend jaar een
Appl.S. te houden. De Gouverneur beval aan zulks voor
1872/3 wèl te doen (weinig cadetten, weinig lessen), doch
dat voor volgende jaren niet verbindend te maken, omdat
de ervaring zou kunnen leeren, dat het verlangde doel
niet of slechts ten halve bereikt werd (ervaring van 1870;
blz. 139) of wel de leeraren K. M. A. zóódanig met lessen
bezwaard zouden worden, dat zulks nadeelig op het on
derwijs aan de cadetten zou kunnen terugwerken; dan
zou tot behoud der Appl.S. een uitbreiding van personeel
noodig worden. De Gouverneur stelde voor 10 a 12 luite
nants toe te laten, voor wie het volgen van lessen in krijgs
kunde en krijgsgeschiedenis verplichtend zijn zou, echter
met veel vrijen tijd en ruimte van beweging op den door
Leeraar K. M. A. 1871, officier der inf., hoofd van onderwijs
1873, Sterft 1901 als Generaal-Majoor, commandant der 1ste Div. Inf.
Een der meest wetenschappelijk ontwikkelde officieren en geziene figu
ren uit een voorgaand tijdperk. Grondlegger van de Nederlandsche
werken over strategie, krijgsgeschiedenis en militaire aardrijkskunde
en statistiek, waarvan hij de eerste drukken bewerkte.
-) Officier der inf., leeraar K.M.A. 1871. Bewerker van den beken
den tactiekcursus (uit het Duitsch naar Perisonius); later het tactiek-
boek van Roelants (hoofd van onderwijs K.M.A.) en de Vlaming
(directeur Mil. School Haarlem).
143