de cursus zou alleen in genoemde twee vakken aan 10 luite nants gegeven worden van 1 Nov. 1872 tot 1 April 1873 (destijds aanvang der zomeroefeningen)Geen lessen te zamen met de cadetten in de voorgestelde bijvakken. Wederom veranderde de Appl.S. van karakter: eenerzijds ten deele terugkeerende tot elementaire hoogere vorming, kwam daarnaast anderzijds het vormen van instructeurs, nu voor de officiersopleiding bij den troep. Alleen officieren, die zich bij uitstek gunstig onderscheidden, aan den noodigen aanleg lust tot studie paarden en zonder bijoogmerken hun kennis wenschten te vermeerderen om later als leeraar op te treden, mochten in aanmerking komen. Ten slotte is de cursus gehouden met 9 luitenants der inf.de weinige in aanmerking gebrachten van de andere 3 Wapens werden niet gedeta cheerd wegens gemis aan ervaring, bijoogmerken (examen voor de Stafschool) e.d. De uitkomsten van dezen cursus, bij welken luitenant de Vlaming als tweede instructeur optrad, werden zeer gunstig beoordeeld, omdat ,,in af wijking met hetgeen vroeger geschiedde, dit jaar slechts een enkel hoofdvak werd behandeld." Dit had tot con centratie der aandacht, een betrekkelijk gering aantal les uren en veel vrijen tijd voor eigen studie geleid; hoofd doel was „om de gedetacheerde officieren tot studie van de tactiek op te wekken." Er werd n.l. niets behandeld dan tactiek en tactische oefeningen (elk 8 uur per week), alsmede vrije voordrachten en discussiën (2 uur per week) nopens tactiek, strategie en krijgsgeschiedenis. Iedere leerling had twee memoriën (schriftelijke opdrachten) te bewerken gekregen. Waar wij het vorenstaande hier aanhalen, geschiedt zulks mede om de voortdurende rusteloosheid in de bij zonderheden van het gevolgde stelsel bloot te leggen; het 145

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 155