de Roo van Alderwereltgesprokene gaf zulks zeer dui
delijk aan. Hij deed reeds een splitsing der K. S. in twee
afdeelingen aan de hand.
De wet van 1877, houdende regeling van het onder
wijs bij de K.M.A." betrof, zooals bovendien uit haar con
siderans bleek, uitsluitend de K.M.A. Doch de aanhef van
het nieuw ingelaschte artikel doelde onmiskenbaar op
hoogere militaire vorming, welke geheel buiten het ge
bied der K.M.A, en derhalve ook der wet, viel, temeer
wijl hetzelfde artikel de regeling van de K. S. aan een
maatregel van inwendig bestuur overliet. Die wet zweeg
dan verder ook terecht over de K. S., behalve dat het ge
noemde artikel verder nog bepaalde, dat ,,de daar te houden
cursus" hoogere vorming in allerlei, meest tactische
vakken) gevolgd worden zou door de z.g. applicaten der art.
en genie van het leger h. t. LM
Men vindt hier een sprekend voorbeeld van een niet
wèl overwogen en nog minder juist geredigeerd, te onpas
genomen initiatief der Tweede Kamer. Door het overiiïd
inlasschen van het genoemde artikel, meerendeels aan ééne
onderwijsinrichting gewijd, in een wet nopens een andere2),
werden hier twee scholen onder één naam vereenigd,
welke feitelijk niets met elkaar te maken hadden en tus-
schen welke destijds geen ander verband bestond dan dat
1) Geboren 1832, Officier der Inf., afkomstig van de K.M.A., Lid
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1866 tot 1877. M. v. O.
2 Nov. 1877 tot zijn overlijden 30 Dec, 1878. Een der meest militante
en bekende figuren uit de militair-politieke geschiedenis der 60er en
70er jaren. Levensbericht: Mil. Spectator 1879, blz, 87 e.v.
Terecht werd reeds tijdens de behandeling der wet in de Tweede
Kamer gezegd, dat de regeling der K. S, niet in een wet op de K.M.A,
thuis behoorde, vooral niet bij een goed werkende K. S. driejarige
cursus, zooals ook tegenwoordig),
149