leger h. t. L. gewag gemaakt werd, zette een K.B. van 16
Aug. 1878, houdende nadere regeling omtrent de toelating
van officieren der koloniale landmagt tot de lessen der
K. S.", deze klein tenachterstelling recht, door o.m. te
bepalen, dat de Ie Afd. K.S. te Breda ook gevolgd worden
zou door alle oud-cadetten der art. en der genie N.I.L.
onmiddellijk na hun officier worden, derhalve op den voet
van de oude regeling van 1869. Een uitstel van één jaar,
als thans voor h. t. L. ingevoerd, was voor hen uiteraard
niet mogelijk; het gevaar voor asymptoot-applicaten N.I.L.
om gepasseerd te worden was dan ook nihil of nagenoeg
nihil.1)
Ook thans werd de nieuwe regeling niet dadelijk inge
voerd. Volgens de overgangsbepalingen behielden allen,
die op 1 Mei 1877 cadet waren, de rechten, volgens
de wet van 1869 toegekend. Dientengevolge heeft cadetten-
generatie 1876, die normaal in 1878 officier werd, de Appl.S.
nog onmiddellijk na aanstelling gevolgd. Ook de asymptoten
dier generatie behielden die rechten, voor zoover zij niet,
met toestemming van ouders of voogden, daarvan afstand
deden. Die rechten bestonden uit het volgen van de Appl.S.
dadelijk na officier worden en uit kans op een beter (doch
ook op een slechter) rangnummer na afloop. De 3 betrokken
artilleristen, waarvan een tweemaal als cadet asymptoot
werd, een ander als applicaat nog eens zakte, alsmede één
genist kozen allen de oude regeling, onmiddellijk aansluitende
bij den cadettentijd. Dientengevolge heeft de Appl.S. in
de jaren 1879/80 en 1880/1 nog enkele applicaten h. t. L.
1) Vermoedelijk om het verblijf h.t.l, niet al te lang te rekken, werd
voor de luitenants N.I.L. de mogelijkheid niet opengehouden om den
cursus ten derden male te volgen. Het leed van gezakt te zijn werd
voor hen aanmerkelijk verzacht door de gedachte van één jaar langer
h.t.l. te blijven, vooral indien daarbij Amor in het spel kwam,
153