den.x) Deze cursussen zijn aan de K.M.A. gegeven van 8 Maart 1916 tot 29 Juni 1917. Ook de cursussen, in 1917/8 en 1918/9 aan de K.M.A. gegeven, om reserve-luitenants tot beroeps-tweede-luitenant op te leiden, werden gewoonlijk applicatie-cursussen" geheeten. Ten slotte is uit overweging, dat de opleidingstijd van 3 jaren voor de cadetten der genie, vooral ook met het oog op hunne practische vorming) te kort moest worden geacht, in 1921 aan de vakopleiding der genieofficieren een vierde studiejaar toegevoegd, hetwelk, billijkheidshalve in ver gelijking tot de luitenants der andere Wapens, gevolgd wordt in den vorm van een applicatiecursus a 8 maanden als officier, onmiddellijk aansluitende aan de K. M. A. ,,0n revient toujours a ses premiers amours"! De oude bedenkingen tegen de Appl.S. blijven natuurlijk ook hier ten deele bestaan, doch zijn bij deze kleine jaar klassen van een zeer wetenschappelijk Wapen, waarbij men alleen door zeer hard werken behoorlijk volgen kan, tot een minimum teruggebracht. Zoowel een commissie (1906) van 3 oud-hoofden van onderwijs voor de genie wetenschappen, C. J. Snijders, thans oud-opperbevelheb ber van L. en Z., Noorduyn en van Royen, als de Staats commissie van 1910 voor de reorganisatie van het militair onderwijs bij de landmacht in haar gedrukt verslag van 1913 hadden op den onvoldoenden duur der vakstudie van de a.s. genie-officieren gewezen, doch de verbetering aanbe volen door gedeeltelijke aansluiting bij de T.H. te Delft. De beroepsmilitair heeft, dank zij zijn gezonde en sobere levenswijze, een lang leven; de statistieken wijzen dit uit. Doch conservatief als elk leger is, zijn ook vele opvattin- L. O. 1916. B. 108, 158

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 168