uit de tangsie aan stuipen gestorven. En dan dat hatelijke om
dien dokter te roepen, zoo gauw mogelijk liefst.
Ik besloot toen te trachten, met een prauw een brief naar
Timor over te krijgen vanaf de Zuidkust van Alor, hoewel
naar ik wist daar een heftige storm woedde. Dadelijk schreef
ik een brief aan den kapitein te Atamboea met het verzoek
telefonisch den Resident te vragen, zoo spoedig mogelijk de
Gemma" te sturen om Miep en Puck te halen.
Een spoedbode te paard bracht den brief naar de Zuidkust.
30 K.M. weg, en als alles goed ging, konden wij de Gemma"
drie dagen later hier verwachten.
Het werd toen een kwestie van wachten, terwijl voor Puck
elke dag er één was. Natuurlijk deden wij alles, wat ons goed
leek om de ziekte er onder te krijgen. Wij hadden haar op
streng diëet gesteld, de arme hummel kreeg niets anders dan
slappe thee.
Gelukkig maar, dat wij dat hebben gedaan, want pas 10
dagen nadat ik den brief had verstuurd, dus den 15en kwam
de Gemma" binnen. Puck was toen weer in orde, dank zij
het diëet. Zij was natuurlijk geweldig verzwakt.
De dokter, die met de Gemma" was medegekomen, ver
telde ons, dat mijn verzoek eerst den vorigen dag te Koepang
binnengekomen was, doordat te Atamboea en op heel Oost-
Timor noodweer was geweest. De telefonische verbinding
was meer dan een week verstoord en een bode te paard had
de kapitein niet kunnen sturen, daar alle rivieren zwaar
bandjirden en er geen sprake van was daarover te komen.
Hij oordeelde het zeer noodig, dat Miep met Puck de koude
inging. De Assistent-Resident te Atamboea had Miep uitge-
noodigd met Puck bij hen te komen logeeren, en de dokter
raadde ons aan, van die uitnoodiging dadelijk gebruik te
maken. De Resident had toegestaan, dat de Gemma" Miep
daarheen bracht.
168