wij eerst dienen na te gaan, hoe men er toe gekomen is om
het verdrag van den 3den April 1925 te sluiten en aan de
goedkeuring der Kamers te onderwerpen. Hiervoor dienen
wij eenige jaren in de geschiedenis terug te keeren.
Zoo werd in 1648 bij den Vrede van Munster o.a, bepaald,
dat de Nederlanden als vrije en onafhankelijke landen wer
den erkend, terwijl ons land de veroverde gebieden, n.l.
gedeelten van Limburg, Brabant en Vlaanderen, mocht
behouden. Ook werd de doorvaart door de Schelde door ons
land gesloten, om te beletten, dat de handel van Antwerpen
weer zou opkomen en aan onze handelssteden een te groote
concurrentie aandoen. Deze toestand bleef zoo, totdat ons
land, na van 17951806 de Bataafsche Republiek en van
18061810 het Koninkrijk Holland gevormd te hebben, in
laatstgenoemd jaar bij Frankrijk werd ingelijfd.
Na den val van den grooten Napoleon in 1813 werden
wij weer een zelfstandige staat als: „Het Koninkrijk dei-
Nederlanden, De mogendheden, die te Weenen bijeengeko
men waren om de chaos, welke ,,de kleine korporaal" in
Europa had aangericht, te herstellen, bepaalde in 1814,
dat België bij Nederland zou worden gevoegd, en dat deze
beide landen zóó dus samen één sterk rijk zouden vormen,
dat in staat was, Frankrijk aan de Noordzijde in toom te
houden, terwijl Engeland onze koloniën alléén wilde terug
geven, als wij sterk genoeg waren om ze zelf goed te
besturen. Het gelukte Koning Willem I echter niet deze
vereeniging duurzaam te maken: er bleken te veel en te
ernstige bezwaren tegen te bestaan. Deze werden vooral
in het Zuiden zeer sterk gevoeld en ze leidden tenslotte tot
een opstand der Belgen en tot de stichting van een afzon
derlijk Belgisch Koninkrijk- Na eenige ontwerp-verdragen, die
beurtelings door België en Nederland werden verworpen,
kwam eindelijk in 1839 het eindverdrag. Bij dit verdrag zijn
180