Nederland. Den lien Februari 1919 droeg België in den
Oppersten Raad der Bondgenooten eischen voor, die den rus-
tigen Nederlander sterk verbaasden. Deze ,,wenschen" be
vatten o.a.: ,,la souverainité absolue sur l'Escaut occidental
jusqu'a la mer; la souverainité absolue sur le canal rattachant
Gand a l'Escaut; een Nederlandsch Limburg doorsnijdende
,,voie fluviale" AntwerpenRijn, ,,soumise a la souverainité",
die afstand van het beste deel van Nederlandsch-Limburg en
van Zeeuwsch Vlaanderen in zijn geheel schenen in te
sluiten.
Hierop werden 19 en 20 Mei en ook den 3den Juni 1919
te Parijs door den Minister van Buitenlandsche Zaken
namens ons land en Minister Hymans namens België met de
afgevaardigden van Engeland, Frankrijk, d'e Vereenigde
Staten, Italië en Japan besprekingen gehouden. Gedurende
deze besprekingen moest België al meer en meer van zijn
eischen doen vallen, terwijl Nederland tegenover het veel-
eischende België heel inschikkelijk was.
Volgens het boek van Prof. Colenbrander zeide de heer
van Karnebeek in zijn rede:
,,Hier is de hand van Nederland, die zich nog een
keer naar België uitstrekt. Zal België die hand weige
ren? Zal mijn geëerde Belgische collega de verant
woordelijkheid op zich nemen voor een dergelijk
gebaar? Ik hoop van niet. Ik ben overtuigd, dat de
weg, die hij ons aanwijst, ons niet zal brengen, waar wij
heen willen. Ik zou hem willen vragen, nogmaals na
Zie hiervoor o.a. ,,Het Verdrag met België in strijd
met 's Lands Belang". 'Uitgave van het Nat. Comité van
Actie tot wijziging van het Verdrag met België.
Nieuwe Rott. Courant van 20 Oct. 1926.
182