Nederlandsche loodsen konden worden genomen. (Voor de
nieuwe bepalingen zie e van: III. „Inhoud van het Nieuwe
Verdrag".)
5. Was vroeger omtrent de loodsgelden bepaald, dat
deze naar evenredigheid van den afstand niet hooger moch
ten zijn dan naar Rotterdam, nu heeft men de berekening
per K.M. laten vallen en bepaald, dat de loodsgelden over
den geheelen afstand gerekend naar Antwerpen niet hooger
mogen zijn dan naar Rotterdam.
6. De regeling van de kosten, betreffende het onderhoud
en de verbeteringen der vaargeulen. Deze verbeteringen
betaalde België eerst alleen. De nader te maken verbete
ringen worden ook met onze financieele hulp uitgevoerd,
7. De verbinding van Antwerpen met den Rijn zal in
plaats van door het kanaal van Zuid-Beveland door een
kanaal AntwerpenMoerdijk worden tot stand gebracht.
8. De aangebracht spoorwegverbinding van het Ruhr-
gebied naar Antwerpen zal worden uitgebreid met een
groot kanaal.
9. Het kanaal LuikMaastricht en de Zuid-Willems
vaart zullen verruimd worden.
10. Terneuzen had tot nog toe hetzelfde voorrecht der
uitzonderingstarieven van de Belgische spoorwegen als de
Belgische havens. Na den oorlog is dit voorrecht vervallen
en niet in het Nieuwe Verdrag hersteld.
V. Enkele grepen uit de meeningen van
voor- en tegenstanders.
Ernstig is de critiek, die van alle zijden op den inhoud
van het Verdrag wordt uitgeoefend. Het leek mij daarom
niet van belang ontbloot, tot slot enkele meeningen van
vooraanstaande personen en dagbladen aan te halen, waar-
186