die vergadering over de militaire beteekenis van het Verdrag.
Aannemende dat het gevaar voor een oorlog in de toekomst
nog steeds niet is uitgesloten, oordeelde hij, dat Nederland,
als zwak bewapende natie, niets verzuimen mag om haar be
scheiden materieele machtspositie te versterken. Dit verdrag
bedreigt z.i. in sterke mate onze strategische veiligheid.
VI. Besluit.
Beperking van plaatsruimte noodzaakte mij zelf, geen be
zwaren of instemmingsbetuigingen, zelfs niet de belangrijkste,
naar voren te kunnen brengen. Deze zijn niet moeilijk in te
zien en anders verwijs ik degenen, die van dit voor ons land
zoo belangrijke Verdrag studie wenschen te maken, naar de
talrijke artikelen in de couranten, naar de brochures, enz. enz.
Vooral de Kamerdebatten vanaf 29 October, den datum, waar
op het Verdrag in de Tweede Kamer werd behandeld, zijn de
moeite waard om te volgen. Den llen November werd hier
met 50 tegen 47 stemmen het Verdrag aangenomen
Wat zal straks de Eerste Kamer doen?
En wat zullen bij geheele of gedeeltelijke aanneming de
voordeelen voor Nederland zijn?
De toekomst zal het leeren,
J. W. G. C.
Breda, 15 Nov. 1926.
189