„OP T WALLETJE"* Wanneer ik dwaal door stille lanen, Langs boomen, struiken, groen en bruin; Door hoekjes waar men zich zou wanen In middeleeuwschen kloostertuin, Wanneer ik zie dien ouden toren Met zware deuren, koud en gril, En hooge muren, schuin weerkaatsend In water vaal en zwart en stil, Wanneer de schaduwen der boomen Verdoezelen in geel-bruin gras, Dan dwalen mijn gedachten henen Naar tijden, toen 't hier anders was. Dan zie ik binnen dikke muren Veel Spaansche krijgers hier vergaard, 'k Zie, hoe Van Bergen in zijn scheepje Zijn „kost'bren last" hier binnen vaart. En ginder wacht een schoone jonkvrouw Voor 't kleine raam op haar gemaal, Die vroeg ter jacht is uitgereden, Hem wacht een liefderijk onthaal. Prins Maurits zie ik in de burgzaal Met eed'len uit het land bijeen, 190

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 200