opend, om een rij parelwitte tandjes te laten zien; de donkere
oogen hem aanblikkend, als wilden ze doordringen tot in zijn
ziel. Zóó wachtte zij z'n afscheidskuszijn laatste....
In Indië aangekomen, wijdde hij zich met al zijn krachten
aan zijn nieuwe taak. Hij vervulde opgewekt en ijverig zijn
dienst; 't was immers voor Mies! Hij stond goed aangeschre
ven bij zijn superieuren; hij was bemind door zijn onderge
schikten. Vlugger dan iemand anders vroeg, en kreeg, hij de
Buitenbezittingen'
Hij was daar nu reeds een half jaar. Het duurde niet lang
meer, of zijn vrouwtje zou hier naast hem, zij aan zij, door
het leven gaan, vullend dat leven met één gelijkmatig-stroo-
menden vloed van geluk
De pijp was uitgegaan. De schommelstoel stond stil. De
krant lag op den vloer en één arm hing slap erboven. De oogen
tuurden vèr weg over de donkere bergen, als zagen zij een
liefelijk tafereel; om den mond lag een matte glimlach.
Plotseling schrok luitenant Meertens op. Er sprak iemand
vlak echter hem:
,,De Mail, Meneer."
Het was de djongos, de huisbediende, die een pakje brieven
op de tafel neerlegde en even geruischloos verdween, als hij
gekomen was.
Met nerveuze vingers zocht Frans naar den brief met het
welbekende handschrift en opende hem.
Scherp staarde hij opeens naar het papier in zijn handen.
Wat was dat?
,Beste Frans", was de aanhef!
De man in de voorgalerij sprong op uit zijn schommelstoel
en las staande, den brief vlak bij het zwakke licht brengende,
alsof hij zekerheid wilde hebben, dat zijn oogen hem niet
bedrogen:
195