MIJN BLOEM*
Ons landje is een groote tuin
Met vele schoone bloemen
Van allerhande soort en kleur,
Te veel om op te noemen.
Zij prijken er in bonten pracht,
Vol sierlijkheid, vol gratie,
Ons land is door dien bloemenschat
Een ware bloemennatie.
Uit al de bloemen van deez' tuin
Heb ik na eenig poozen
Een edle frissche lentebloem
Mij tot ,,mijn bloem" verkozen.
Zij siert den tuin, waarin zij groeit,
Door haar bekoorlijkheden.
Zij vormt rond zich een kring van schoon,
Een tuil van heerlijkheden.
Nu doet ,,mijn bloem" mijn leven reeds
Door haar nabijheid bloeien;
Haar lieve, teere bloemenlach
Doet mij in liefde groeien.
Wanneer zij straks mijn woning siert,
U God, daarvoor mijn beden,
Dan leef ik met mijn hartebloem
Gelukkig en tevreden.
JOOP.
205
