Help! Help! Kalong! Och, help! Gauw Kalong! Daar hangt hij, hoog boven het water. Zijn trappelende voe-tjes krassen steunzoekend langs den ruwen muur. Wit van angst, hij sluit de oogen 't Water daar beneden was niet diep, maar vol modder en puin. „Ik val morsdood", denkt Kobus, maar meteen voelt hij een ijzeren greep om zijn linker pols en een hand, die een greep doet in zijn hoofdhaar, maar dit was te dun om hou vast te bieden. Weer een greep. Nu in de kraag, en met bovenmensche- j kracht wordt Kobus omhoog getrokken en op den muur neergelegd. Kalong zit op z'n knieën op den muur en lacht, maar Kobus ziet wit, als een doode, siddert over zijn geheele lichaam en kijkt Kalong aan met een starren, vreemden blik Das nou moreel, Kobus! Da's nou moreel! Niks als moreel! EDDY. 209

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 221