presteerd. De nieuwe winter zal echter weer prachtwerk
zien geboren worden.
Aan belangstelling van H.H. Officieren en Kilacadmo-
nisten heeft het ons dit jaar niet ontbroken.
Het geheele jaar heerschte er een prettige stemming
cnder de leden. Wij spreken den wensch uit, dat dit ook
dit jaar weer het geval mag zijn.
Tenslotte rest ons een woord van dank aan onzen denk-
beeldigen Beschermheer, die door raad en daad den lust
tot onzen mooien arbeid aankweekte en den prettigen
geest bevorderde.
Moge het nieuwe jaar, een nog grootscher bloeiperiode wor
den. Hiertoe moeten alle leden vol ijver medewerken,
om door ontplooiing van hunne talenten het doel der ver-
eeniging te helpen bereiken.
HET BESTUUR.
217