Op critici: „Als ge altijd te berispen vindt", „En altijd snerpt en altijd bijt," „Mijn vriend, zijt ge als de najaarswind," „Die 'n roos haar kalen stok verwijt." (Volker.) Op critici: „De vogels willen kersen eten, Schoon dat ze van geen planten weten." (Jacob Cats.) Kapitein (tijdens nachtoefening): „Waarom werk jij niet?" Kaas: „Ja, Kapitein, ik heb zoo'n slaaapl" Citroenpudding en gevolgen: Lex specialis derogat dolus eventualis. Een varken wordt nog na zijn dood geleerd, maar een van onze Amsterdammers zei: „Kaik, daar legt een dooie kip! (Nuttig beest.) Feut, wien door een leeraar een dienst is bewezen, tegen collega: „Zeg, moet ik hem nou een sigaar aanbieden?" Feut tegen Bak: „Mag ik me even voorstellen?" Bak: „Even.... even.... ben je gek kerel, we moeten toch nog twee jaar met elkaar omgaan!" Repetitiewerk: „De splitsing van een komeet, zooals die geconstateerd is bij die van Biela, die van 1882 en die van 1889, kan zich 229

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 241