Militaire Willemsorde. Ingesteld bij de Wet van 30 April 1815, strekt zij tot be looning van uitstekende daden van moed, beleid en trouw, bedreven door hen, die ter zee of te land, in welke betrek king ook, en zonder onderscheid van stand of rang, de Ko ningin en het Vaderland dienen. In bijzondere gevallen kan de Orde worden gegeven aan vreemde krijgslieden, niet in Nederlandschen dienst. Het Grootmeesterschap der Orde is onafscheidelijk aan de Kroon der Nederlanden verbonden. De Orde bestaat uit vier klassen: Grootkruisen, Comman deurs, Ridders van de derde en Ridders van de vierde klasse. De beide laatsten worden onderscheiden door de vermelding van een der beide klassen, waartoe zij benoemd worden. De krijgslieden te water en te land, onder den rang van officier, die tot ridder worden benoemd ontvangen een ridder-soldij, overeenkomstig de bepalingen der wet van 22 April 1864 (Stbl. 33). 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1927 | | pagina 35