VOORREDE*
„Reeds vroeg beginnen" is de raad, die vorige Redactie
commissies ons in hun testamenten nalieten. Die raadgevingen
hebben wij ons ten nutte gemaakt, 't Was nog vóór Paschen,
toen de Corpsleden reeds werden aangespoord om allen te
werken voor den nieuwen Almanak. Onze oproep is niet
tevergeefsch geweest, zoodat wij over den omvang van het
ingekomen werk dan ook zeer tevreden zijn. Tot onzen spijt
zullen er enkelen zijn, die weinig of meer van hun inzen
dingen niet geplaatst vinden. Laten zij bedenken, dat niet
alles, al is het op zichzelf nog zoo goed, geschikt is om
aanspraak te kunnen maken op plaatsing in dit boek. De
keuring was streng; dit is evenwel noodzakelijk.
Aan alle inzenders brengen wij hier onzen dank voor
hun ijver en moeite.
Dat men later nog veel pleizier van een Almanak kan
hebben, schijnen echter niet allen te kunnen inzien. Wat is
het niet leuk, om, als onze Academietijd reeds lang achter
den rug is, nog eens een Almanak te kunnen grijpen, en
dan die oude bekende foto's weer eens te zien, die oude
namen nog eens te lezen. Dan gaan de Academiejaren weer
voor ons leven. Steeds meer herinneringen worden in ons
wakker, we lezen nog eens de poëtische bijdragen van die
jonge dichters en we lachen nog eens hartelijk om de
grappen uit de „Varia". Dan genieten we!
't Is zoo waar, wat een onzer adviseurs zeide, n.l. dat wij
bij het keuren van de inzendingen moesten bedenken, dat
4