JAARVERSLAG 1926—1927. Tot onzen spijt zijn wij over de prestaties van onze voet ballers niet zoo tevreden, als in het vorige jaar het geval was. Nemen wij alleen maar het voorgaande seizoen, om over de vroegere glorietijden van „Velocitas" niet te spreken, toen we elf overwinningen boekten en slechts één nederlaag. Dit jaar echter kregen we menige pil te slikken en moesten het hoofd meermalen buigen voor onze tegenstanders. De eerste wedstrijd tegen N.A.C. bracht ons een elftal in het veld met eenige nieuwe krachten. Wij leden een ge voelige nederlaag en dit was dan ook een aansporing, om uit onzen zomerslaap te ontwaken, en wat meer te gaan trainen. In onzen Beschermheer hadden we een buitengewonen steun. Hij trad meermalen als doelverdediger bij onze onderlinge oefenpartijen op, en dat gaf de noodige aan moediging. Verscheiden wedstrijden werden op ons veld gespeeld tegen het Officierenelftal van het garnizoen Breda, en tegen de S.V.O.I., waarvan wij er zelfs één met 70 wonnen. In het Paaschverlof werden op Houtrust in Den Haag de krachten gemeten tusschen de Zee- en de Landjonkers. Zoo wel op athletiek- als op voetbalgebied moesten wij de meer deren erkennen in onze sportvrienden uit Den Helder. Met het assaut konden we helaas geen club vinden, om tegen ons in het krijt te treden, zoodat er een verwoede strijd gestreden werd tusschen Holland en Indië. Uitslag: Indië wint met 41. 99

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1928 | | pagina 107