ballet, dat onafscheidelijk aan deze laatste soort van wed strijden verbonden schijnt te zijn, vond veel bijval bij de toeschouwers. Menigmaal weerklonk langs de anders zoo rustige oevers van den Academiesingel een vroolijk gelach, als een te fanaat canoër zijn kunsten met een nat pak moest boeten. Laten wij hopen, dat ook dit jaar naast de race-roeierij, de fuif-roeierij zich in de algemeene belangstelling mag verheugen. HET BESTUUR. 105

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1928 | | pagina 113