JAARVERSLAG,
Het jaar 1926'27 is te kalm verloopen. In het begin is
er ijverig geoefend, maar we hebben het helaas niet verder
kunnen brengen dan tot de vorming van een klein gezel
schap zittende blazers.
Als oorzaken van dit weinig gunstige resultaat kunnen
worden genoemd het te kleine aantal goede voorgangers,
gebrek aan muzikale nieuwelingen en vooral te weinig
ijver en samenwerking, noodig voor het in stand houden
van elke vereeniging en vooral van een muziekgezelschap
als Semper Crescendo".
Voor het komende cursusjaar 1927'28 is onze hoop ge
vestigd op de talrijke jongste- en tweede-jaars, onder wie
zich, naar verwacht wordt, wel de noodige „blaasvirtuosen
in spé" zullen bevinden.
Mogen de nieuwe leden blijk geven over de noodige am
bitie en energie te beschikken om met volharding te oefe
nen. Slechts door regelmatig de lessen en repetities bij te
wonen en dagelijks een klein beetje vrijen tijd aan het
Blaasje" te geven, kan de militaire muziek in het cadet-
tencorps blijven leven en zal een jarenlange traditie ge
handhaafd blijven.
Laten we dan ook vol moed en goede voornemens de
toekomst tegemoetzien en den wensch koesteren, dat ons
streven spoedig bekroond moge worden en dat we bij de
viering van het honderdjarig bestaan van de Koninklijke
Militaire Academie weer onder de tonen van ons eigen uit
rukkend muziekcorps en met gerechtvaardigden trots op
de prestaties daarvan door de straten van Breda zullen
marcheeren.
HET BESTUUR.
119