dag een onverwachte repetitie kregen, die dan voor ons, z'n klasgenooten, niet meer onverwacht was. En nu?. 'k Keek Teddy in z'n bruine oogen en zag, hoe treurig ze stonden. Mocht ik hem hier alleen laten met zijn somber voorgevoel, moest ik de brieven en z'n ring meenemen? Johnnie, ik hoop, dat m'n voorgevoel me nu één enkele keer voor den gek houdt en dat ik hier over een week ook afgelost word en het van je terug kan vragen.tot zoolang dan ouwe Johnnie, het beste ja. Tranen klonken er in zijn stem, maar z'n gezicht lachte; 'k voelde een brok in mijn keel komen. Arme Teddy! Hij was nog niets veranderd, sinds we samen studeerden. Toen had ik hem ook zoo vaak zien lachen, anderen aan 't lachen zien maken, terwijl hij zelf in zijn hart verdriet leed. De aflossing is geheel gereed, luitn't, kwam de oudste sergeant melden. Plotseling werd ik nu weer tot de wer kelijkheid teruggeroepen, hoorde ik weer de zware stem van het groote kanon, die van dood en verderf sprak. En nu inrukken, beste, veel geluk hoor en tot kijk, hoop ik; 'k zal mijn best doen, 't net zoo te houden als jij en.Johnnie.vergeet. Onze handen sloten zich en we begrepen elkaar zonder woorden te gebruiken; lang en droevig smeekend keken z'n oogen me aan en onder het doodsgelui van 't groote kanon, deed ik daarin mijn zwijgende belofte. 'n Rilling ging me door de leden. ,,Bij het laatste gevecht om ,,'t Berengraf" ge sneuveld op het veld van eer Harold Teddington „Carling, eerste-luitenant der infanterie. Aan hem alleen was het te danken, dat deze belangrijke 210

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1928 | | pagina 218