loopen. Iedereen viel a.h.w. op de plaats zelf neer. De
meesten zeiden niets, besteedden het uur rust goed. Daarna
weer aangetreden, het floers van de vaandels af. Begeleid
door de tamboers en pijpers van de Mariniers, defileerden
we langs het graf van wijlen Generaal van Heutsz, waarbij
met de vaandels gesalueerd werd. Het was een aangrijpend
oogenblik: op het commando: Hoofd rechts!" draaiden alle
hoofden met één ruk naar rechts en daalden de vaandels
langzaam tot even boven den grond.
Links van het graf zagen wij Z. K. H. Prins Hendrik, daar
achter in een boog de brigades Indische Marechaussee met
gepresenteerd geweer, rechts opper- en vlagofficieren en
korpscommandanten.
Op het commando Staat!" vlogen alle hoofden weer in
front en rezen de vaandels tot in den normalen stand.
Bij den uitgang der begraafplaats verlieten ons de Adel
borsten, die naar de Marinierskazerne gingen.
Voor een spoorwegovergang moesten we wachten. Plot
seling: „Geeft-acht! Links-om! Presenteert-geweer!" Weer
daalden de vaandels tot even boven den grond. Andere de
tachementen volgden ons voorbeeld.Z. K. H. Prins Hen
drik passeerde in zijn statierijtuig.
Daarna weer verder naar de Oranje-Nassau kazerne, waar
het middagmaal zou worden gebruikt.
Om 6 uur 's middags stonden we klaar voor den afmarsch,
de vaandels weer in foudraal. Met een pas, die bij de oud-
C.S.ers herinneringen opwekte aan de eerewacht voor H. M.
de Koningin op 8 October 1923, en die een passeerend kapi
tein der Infanterie met een kernachtige voorvoeging de
woorden: „Je kan wel zien, dat dat een keurkorps is!" ont
lokte, ging het onder het eminente gidsschap van Zomer
68